De loopbaan van mensen in armoede loopt niet steeds rechtlijnig. Op korte termijn is het daarentegen niet altijd voordelig om te gaan werken door de extra kosten en het verlies van sommige voordelen. Ook het soort job (minimumloon, ploegensysteem,…) waar mensen in armoede toegang toe hebben en persoonlijke problemen spelen een bepalende rol. Het is ook belangrijk dat tewerkstelling een goed toekomstperspectief biedt. Om mensen uit de armoede te helpen, dient er ingezet te worden op het vinden van een kwaliteitsvolle, duurzame job.

Werkende armen

In Vlaanderen zijn bijna 5% werkende armen. Werk is dus ook niet ‘de’ oplossing om uit armoede te geraken. Het brengt soms zelfs nog meer problemen met zich mee. Vaak zijn er extra kosten verbonden aan werken, zoals vervoer, fiets herstellen, brommer of auto aanschaffen, kinderopvang,… Maar er zijn ook verborgen kosten zoals werkkledij, een brooddoos vullen, verplicht drank kopen in de onderneming, trakteren voor een verjaardag, kosten partner personeelsfeest,…Op korte termijn is het niet altijd voordelig om te gaan werken door de extra kosten en het verlies van sommige voordelen. Of men werkt in slecht betaalde, zware en onzekere jobs die niet veel extra geld opleveren. Ook tewerkstelling geeft dus obstakels die ervoor zorgen dat mensen hun job niet kunnen blijven uitoefenen. Hoewel er weinig onderzoek bestaat over het loopbaanverloop van mensen in armoede, is wel bekend dat het niet vlot verloopt. Ze werken vaak in precaire jobs en bij wisselende werkgevers. Om mensen aan een job te binden is het belangrijk dat de job kwaliteitsvol is. Voor mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie is het dus niet de beste oplossing om hen naar een uitzendbureau te sturen. De goede bedoelingen van werkgever en werknemer bij het begin van de tewerkstelling bieden met andere woorden onvoldoende garantie om de job ook op langere termijn succesvol te maken.

Werkgevers kunnen een duurzame tewerkstelling in de hand werken door het uiten van erkenning, waardering, respect, zorgzaamheid, begeleiding, begrip en aandacht te hebben voor en rekening te houden met de noden van de werknemer (de werknemer leeft in armoede). Ook collega’s kunnen een hefboom zijn door steun te bieden en te zorgen voor een aangename werksfeer.

Als mensen in armoede een job hebben is het niet vanzelfsprekend dat ze goed verdienen. Met een minimumloon is geen menswaardig inkomen verzekert. Het overleven vraagt dan zoveel energie, dat het ten koste gaat van de prestaties op het werk.

Mensen in armoede hebben vaak geen keuze uit nine to five jobs van maandag tot vrijdag. Ze werken vaker in ploegensystemen en doen weekend -of avondwerk. Als je dan alleenstaande ouder bent of afhankelijk van het openbaar vervoer dan stapelen de problemen zich op. Bepalend voor een goed verloop van een tewerkstelling is de flexibiliteit van de werkgever, het sociale netwerk van de werknemer en het vooruitzicht op een contract van onbepaalde duur. Dan pas biedt het werk mensen zekerheid.

Persoonlijke problemen

Mensen in armoede zijn vaker afwezig door ziekte, wat ook een invloed heeft op tewerkstelling. Ze hebben een lagere levensverwachting en gaan minder lang gezond door het leven. Daarnaast zijn ze vaker afwezig door afspraken die moeten gemaakt worden met diensten. Nogal wat mensen in armoede zijn alleenstaand en hebben kinderen. Vaak is hun netwerk op wie ze kunnen terugvallen als ze bijvoorbeeld opvang voor de kinderen nodig hebben, zeer klein. Waardoor ze ook minder flexibel kunnen zijn wat betreft verlofregeling. Ook een relatie of de rolverdeling in het huishouden kan onder druk komen te staan. Door de persoonlijke problemen die een leven in armoede met zich meebrengen krijgen mensen in armoede vaak schuldgevoelens tegenover hun werkgever.

Als mensen in armoede het gevoel hebben dat ze geen medebeslissingsrecht hadden bij de begeleiding naar een job, dan heeft dat een negatieve impact op de uiteindelijke tewerkstelling. Ook moet de tewerkstelling perspectief bieden op verbetering van de leefsituatie. Mentale gezondheid, het verschil in leefwereld tussen collega’s (het gevoel ‘er niet bij te horen’) en een kwetsbare arbeidsmarktpositie zijn eveneens mogelijke drempels. Factoren zoals lage scholing, weinig werkervaring, beperkte taalvaardigheid, slechte gezondheid, beperkte mobiliteit, … bepalen in sterke mate de arbeidsmarktpositie van werknemers.