Sommige mensen in armoede vragen geen uitkering aan omdat ze niet weten dat ze er een kunnen aanvragen of het niet durven aanvragen. Vaak neemt het van dag tot dag (over)leven de overhand en wordt hun energie hier zo door opgeslorpt dat ze niet bezig zijn met hulp zoeken en aan de toekomst te denken. Mensen in armoede hebben vaak negatieve ervaringen met de buitenwereld wat hen ook kan tegenhouden om hulp te zoeken.

Een grote groep mensen die recht heeft op een uitkering, vraagt deze niet aan (dit wordt non-take-up van rechten genoemd). Meer bepaald maakt 57% tot 73% van de rechthebbenden geen gebruik van het leefloon en sociale correcties (= compenseren in hoge kosten) voor school of huishuur. Rechthebbenden weten niet altijd dat ze recht hebben op een uitkering of durven het niet aanvragen. Het kan ook zijn dat er een fout is gebeurd in de aanvraag en mensen zich hier niet bewust van zijn.

Mensen in armoede zien vaak geen uitweg of toekomst meer. Ze worden moedeloos en hebben weinig hoop. Doordat het leven van dag tot dag hun energie wegneemt zijn ze liever niet bezig met de ingewikkelde procedures voor een aanvraag.

Voor mensen in armoede zorgt wantrouwen naar de buitenwereld toe, een laag zelfbeeld en het tekort aan bepaalde vaardigheden ervoor dat ze zelf het probleem niet (kunnen) aanpakken. Uitsluitingmechanismen (beleid) en vooroordelen (hulpverlening, school) van de samenleving kunnen dit nog versterken.