Daklozen hebben niet altijd de mogelijkheid om zich goed te wassen: er zijn niet altijd douchemogelijkheden of andere hulpmiddelen beschikbaar. Mensen die op straat leven kunnen ook de moed verliezen om zich telkens te wassen als ze hun geloof in de maatschappij verliezen.

Geen toegang

Daklozen hebben niet altijd de mogelijkheid om zich goed te wassen. In grotere steden zijn er vaak inloopcentra en nachtopvang met douchemogelijkheden, maar daar kan je uiteraard niet elk moment van de dag/nacht terecht. Zich wassen in openbare wc’s in niet altijd evident en wordt soms weinig geapprecieerd. Voor andere aspecten van hygiëne ontbreekt een dakloze soms de nodige hulpmiddelen zoals een scheermachine of een nagelknipper; andere zaken zijn een kost in een vaak heel beperkt budget (zoals een kappersbezoek) of zijn niet eenvoudig te organiseren (zoals een bezoek aan een wasserette als je geen andere kleren hebt om tijdens het wassen aan te trekken).

Maar niet elke dakloze is onverzorgd. Volledig tegenstrijdig kan dit in iemand zijn nadeel spelen. Zo zijn er verhalen van daklozen die hulp geweigerd worden op het OCMW omdat hun nette uiterlijk doet twijfelen aan hun verhaal. Ze ‘zien er niet dakloos uit’ dus krijgen geen hulp.

Geen moed

Omdat leven in armoede een strijd is hebben sommige mensen ook geen moed meer om zich te wassen of te verzorgen. Soms verliest men zijn routine wanneer men dag in dag uit op straat leeft. Men krijgt snel vuile handen en nagels en heeft het gevoel dat het geen zin heeft om ze schoon te maken. Men verliest veerkracht en voelt de nood niet meer om zichzelf te verzorgen. Ze hebben het gevoel dat ze toch niet meer meetellen. Het kan ook een boodschap zijn aan anderen: “laat mij met rust, blijf weg van mij”, als een soort afweermiddel. De achterliggende reden kan zijn dat ze zich door hun netwerk of de ganse samenleving in de steek gelaten voelen.

Bijdrage door Evelien Demaerschalk